Hieronder volgt de vertaling van het interview (per voice app) met Hasan Hajj Ali, commandant van de Suqour al-Jabal al-Zawya brigade. 

‘Ik ben Hasan Hajj Ali, bekend als Abu Khaleel (Vader van Khaleel), ik ben de leider van de Suqour al-Jabal al-Zawya brigade, sinds 2012. De Nederlandse steun kreeg  ik ongeveer in 2015 tot ik denk ongeveer medio 2017. Ik kreeg aanvankelijk steun voor de Suqour al-Jabal al-Zawya, en daarna kreeg ik steun onder de naam het Vrije Idlib Leger, waarin Suqour al-Jabal al-Zawya, de Noordelijke Brigade, Divisie en Brigade, Divisie 13 zich bijvoegden. En natuurlijk als wij extremisten of terroristen waren dan hadden geen support van de Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken gehad.  Wij vochten juist  tegen Daesh, en tegen het regime. De steun die wij krijgen was humanitaire hulp, en was geen militaire. Humanitaire hulp die was om mee te vechten, dat waren de voorwaarden voor de steun. En we kregen tegelijkertijd steun van de Operatie Kamer MOM (Ankara) (Amerikanen en Turken). En er waren landen, waaronder landen van de Europese Unie die ons op die manier hulp gaven. “

“Wat de ontmoeting met de Nederlanders betreft, dat ging via een vriend van mij, een Syrische jongen Hasan, er was contact met mij gelegd en ik een ontmoeting gehad met, in Turkije natuurlijk,een groep aan Nederlanders, waaronder de leider van de missie in Turkije, zoals de ambassadeur, ik weet eigenlijk niet of hij ambassadeur was maar het was te verwachten, hij was de grootste man aanwezig in Turkije. Hij was de persoon de vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Wij hebben een aantal ontmoetingen met hem gehad, en elke keer waren er vier personen, de ontmoetingen waren officieel maar niet in de media aangekondigd. De ontmoeting was officieel en er waren vier personen die vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade in Turkije. Ik weet zijn naam niet meer maar er was een bekende persoon bij. En had ontmoetingen met Syriërs en elke keer als er een meeting was speciaal met Syriërs was hij aanwezig. Een lange, slanke persoon en wat ouder. En hij werd vergezeld van drie andere personen, elke keer waren dat anderen. En natuurlijk de vragen die ons werden gesteld tijdens de vergadering: Waar zijn we aanwezig? Waar zijn we verspreid als, de geografische gebieden? Wat zijn de frontlinies waar we op aanwezig zijn? Ik heb hem geantwoord wij waren op het front tegenover het regime aan de kuststreek Sahil, Aleppo en Idlib. En ook waren we aanwezig bij Azaz, en bij Tel Rifaat, in die tijd werd dat gebied bezet door Daesh. We stonden met elkaar in verbinding (als VSL groepen) en we hebben een lange strijd gevoerd tegen Daesh in dit gebied. Voor wat betreft de goederen die we hebben gekregen, auto’s, we kregen Tahina, hoeveelheden Tahina, en verschillende soorten voedselpakketten, ik herinner me de hoeveelheden niet meer exact. 

We vroegen om die hoeveelheden, ze gaven ons een bedrag en daar hebben wij voedsel voor aangekocht. De aankoop daarvan ging natuurlijk via het bedrijf Creative. Creative was een bedrijf dat samenwerkte met het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Het was hetzelfde bedrijf waar het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken mee samenwerkte voor de militaire groepen. Het was hetzelfde bedrijf waar wij ook mee samenwerkten.  Zij gaven ons de Nederlandse steun, zoals ik je zei: Tehina, voedselpakketten, computers, kleding, ik herinner me niet meer of ze ons kleren hebben gegeven, reparatie onderdelen voor auto’s, elektriciteitsgeneratoren, middelen om in ambulances te gebruiken. Dat zijn de zaken die ze ons hebben gegeven.

We hebben een aantal keren gevraagd om semi militaire spullen te ontvangen,  militaire camouflage kleding, maar dan zeiden ze tegen ons, er is geen mogelijkheid om, zelfs medicijnen, maar dat was niet toegestaan. Maar dat werd niet toegestaan onze vrienden de Turken.  We mochten dus zelfs medicijnen niet kopen De zaken die we ontvangen zijn die ik je zo net heb verteld.”

“Zij (Nederlanders) focusten zich enorm op de vragen op wat is de waarde van de support en hoe helpt deze hulp jullie om de humanitaire situatie te fixen,  en de steun voor het Vrije Syrische Leger en om jullie heen, en hoe helpen deze materialen jullie in toename van jullie brigades zodat jullie beter het terrorisme kunnen bestrijden.”

En het onderwerp was enorm nuttig voor ons. We hebben om meer steun gevraagd, werkelijk de steun kwam ons enorm van pas. We hebben meer dan tien dorpen van brood en tehina kunnen voorzien dat  we van de Nederlanders kregen.“

“ Ongeveer zes maanden geleden nam er iemand contact met mij op die Arabisch sprak. Hij kwam uit Tunesië. En hij was een vertaler en die met een Nederlandse journaliste werkt. En zij maakten een programma, over de steun van de Nederlandse regering aan de Syrische oppositie. En ik sprak met hem via Skype voor een lange tijd en ik heb hen dit op een gedetailleerde en specifieke manier verteld. Over de vergaderingen, en waar we exact zitten, en de brigades waarvan ik wist dat ze steun hebben gekregen, dat zijn Sultaan Mourad en (Brigade) 51 en Suqour al-Jabal al-Zawya. En ik heb hen deze zaak exact uitgelegd, en hoe wij als VSL tegen IS hebben gevochten en dat we tegen de leiding zijn in Syrië, en dat we tegen de extremistische groeperingen zijn en dat we er niet alleen tegen zijn maar tegen hen hebben gevochten en dat de Nederlandse hulp heeft ons enorm geholpen hierbij. En de focus van ambassadeur Van Dam bij alle ontmoetingen verzekerde hij dat de hulp terecht zou komen bij de burgers, bij de humanitaire gevallen die die hulp nodig hadden, en hij was altijd enorm duidelijk de steun niet altijd door zou gaan maar vanwege dat de steun aan deze brigades is om terrorisme te bestrijden.  Maar als zij, als zij dezelfde journalisten zijn, hebben ze  mijn vertrouwen belazerd. Ik ben duidelijk in deze zaak.”

“We zullen nooit de hulp die het ministerie van Buitenlandse Zaken en de huidige regering mij heeft gegeven vergeten. En we willen hierbij helder stellen dat wij een Nationale brigade zijn, we zijn naar buiten getreden om het volk te beschermen, tegen die werden bestookt door vliegtuigen, en we zijn naar buiten getreden om tegen IS te vechten, en tegen Nusra en we vechten tegen die gehele denkwijze. En wij geloven in een verenigd Syrie waarin vrijheid en democratie is. Ik ben de leider van brigade die daaraan mee heeft gedaan.  Ik heb volledig meegedaan aan de besprekingen in Geneve, ik ben lid van het Hoger onderhandelingsteam, van het eerste en het tweede. En mijn vriend George Sabra, hij is een christen, en mijn collega van het Koerdische National Council, wij zaten altijd om een tafel. Dat is de brigade, die de Nederlandse regering heeft  gesteund.”